Van Chaumot naar Saint-Révérien

23 augustus 2016 - Saint-Révérien, Frankrijk

Zoals afgesproken gaat de wekker deze morgen om 07:00 uur. De tent is kletsnat van de dauw en ook kleren die Broeder maan is er ookop een droogrekje hingen zijn niet droog. Geen probleem, want vandaag lopen we maar 16 kilometer. We hebben nog veel tijd nodig om te starten: pas om 9:00 uur lopen we de camping af. Het is al vroeg erg warm en we lopen vandaag veel over open stukken met weinig schaduw. Ik heb het zwaar vandaag. Lopen gaat niet echt soepel en ik heb moeite met klimmen. Ik wil te snel omhoog.

Het thema voor deze derde dag is ‘ik hoop’. Hopen is stil wachten op wat komt. Daarom lopen we vandaag zoveel mogelijk in stilte. In die stilte vallen me onderweg verschillende bomen op die helemaal dood zijn: alleen een stam en wat takken tekenen zich af tegen de strakblauwe lucht. Ze doen me erg denken aan een dierbare vriendin die het leven niet meer kon leven: alles in zich om uit te groeien tot een fantastische boom, maar het lukte niet. Het lijkt of die bomen een aanklacht zijn. 

Aan het einde van de dag krijgen we opnieuw een fikse klim voor de kiezen. Ergens vandaag, bij een pauze, zet ik mijn rugzak even neer. En bedenk me dat 10-11 kilo extra best aanzienlijk is. En op hetzelfde moment schiet me te binnen dat ik die extra kilo’s overeen komen met het overgewicht dat ik op dit moment heb. Boing…

Na deze laatste klim lopen we Saint-Révérien binnen. Daar is een refuge voor Gemeentehuis en voormalig postkantoor (nu pelgrimsherberg)pelgrims. We staan even wat zoekend op het pleintje voor het gemeentehuis. En Wietske probeert de refuge te bellen. Tevergeefs. Dan zien we naast de deur van het voormalige postkantoor de bekende schelp. Dat is dus de refuge. We bellen aan. Opnieuw tevergeefs. Tot ons oog valt op een klein papiertje op de deur met de tekst ‘open’. We duwen tegen de deur en die zwaait uitnodigend open. Welkom, wandelaar!

In de gevulde koelkast staan flesjes frisdrank, yoghurtjes, een fles witte wijn, ons cluppieenzovoort. Boven zijn drie slaapzalen voor de pelgrims. Kort na onze aankomst, loopt er een Franse mevrouw binnen die ook onderweg is naar Santiago. In de tuin van het postkantoor kan mijn natte tent mooi drogen en hangen we snel onze vochtige kleren weer op. De zon zorgt er voor dat alles zo weer droog is.

Tegen 18 In het grote boek...uur komt er een oudere heer binnen die zich voorstelt als Gérard. Hij schrijft onze namen in het register van de refuge. Voor een tientje mogen we overnachten en gebruik maken van de voorzieningen. Hij stempelt ook het paspoort af en vraagt hoe laat wij het brood voor de volgende dag willen ontvangen. Geweldig dat dit allemaal door vrijwilligers voor ons gedaan wordt. Naast het postkantoor staat een klein kerkje, waar ik na het eten met een kop koffie in de hand even ga zitten. Om de dag nog eens door mijn hoofd te laten gaan en om een kaarsje te branden. Later die avond zitten we in de tuin wat te praten als om klokslag 22 uur het licht aan de buitenkant van het gemeentehuis dooft. We krijgen daardoor een prachtig uitzicht op de immense sterrenhemel boven onze hoofden. 

Foto’s